.

DIT BLOG IS AFGESLOTEN

surft U rustig verder naar mijn recenter blog:

NATUUR mijn PASSIE

Veel kijk- en leesgenot,

ria

SEIZOENEN

SEIZOENEN
...in schoonheid
...
...

vrijdag 30 januari 2009

Genegenheid en Liefde



Ik schrijf vandaag
met blaadjes roos,



en streepjes blauw azuur,
met straaltjes zon
en frisse wind,
die heel de tijd,
luid neuriet en
dwingend zingt.



Ik schrijf vandaag
de meimaand in,
de maand der Lieve Vrouw,
Ze is niet alleen mijn patrones,
maar ook mijn Hemelmoeder
en de sluier die ze draagt
die is van Hemels blauw.

Blij schrijf ik noten
uit mijn kindertijd, van
Maria liederen en ommegang.
Ik schrijf geluk, herinnering,
en blijf dat kind steeds trouw.

Zestig jaren gingen voorbij,
maar die vreugde raak ik nooit kwijt;
ik schrijf in alle kleuren
van de regenboog,
“ Maria, wees gegroet ,
Lieve Vrouwe, hou ook mijn hart ,
oprecht, rein en goed.?”

In mijn hart geboren
en door mijn vingers gegleden,

ria
1 mei 2007

woensdag 28 januari 2009

Bomen sterven staande












Nog zitten vogels in je takken
en streelt de wind je kale kruin.
Je staat zo statig en heel recht,
toch is de strijd voorgoed beslecht.
Geen zilver meer en ook geen toekomst,
stilaan wordt alles ondermijnd;
hoe kan het toch dat jij
zolangzaam-aan bent weggekwijnd?

Mooi was je in je frisse lentetooi,
maar meer nog hield ik van je in de winter,
als alles grauw en kaal was
en jij de zilver-trotse-den in onze tuin,
in wit of ijs, je winterkleed
met hier en daar en af en toe
een vonkje licht een straaltje zon.
zo hielp jij met hoop die winter overwon.

Ik heb de jaren niet geteld
en evenmin je lengte,
acht hoog misschien
en amper twintig jaren jong,
leek je zo sterk en zeker van jezelf.
Heb ik je niet genoeg omarmd ?
of weinig ook bedankt,
of was je van al dat rechtop staan
gewoon te moe,
ach, wat doet het er nog toe.

De laatste maanden werd je zilver bruin,
er rest nu enkel nog 'n kale kruin.
Maar ook je dode silhouet,
vind ik nog altijd mooi.
Ik wil je danken voor de
jarenvreugd' die jij ons schonk.
Al was je dan geen mens,
je leefde in het hart van onze tuin

08.06.04 ria

dinsdag 27 januari 2009

Mama worden...

Altijd was ze in de weer;
vroeg en laat, dag en nacht.
Waarom veranderen meisjes
als ze moeder worden?

Bij het minste zuchtje,
het kleinste gebaar,
staan ze voor
hun kinderen klaar.

Eigen pijn wordt vergeten,
ook al is de wonde
van de geboorte
nog niet helemaal geheeld.

Een moeder zegt nooit neen,
haar kind gaat altijd voor.

Als ze meerdere kinderen heeft
wordt haar liefde
vermenigvuldigd, niet gedeeld.

Ze voedt hen, met haar melk,
ze voedt hen met haar liefde
niet één, soms twee tegelijk.

Moeders die zelf hun kindje
voeden, hebben met hen
een heel bijzondere band,
het is zo natuurlijk en oprecht.

Het kleine mondje zoekt,
het kleine mondje vindt,
geen flesjes spoelen,
geen papjes maken.

De natuur heeft dit voor
moeder en kind gedaan.
Altijd de juiste temperatuur,
en lekker ook van smaak.

Ik hou hier geen pleidooi,
ik heb alleen maar vastgesteld!

Oma’s zijn niet alleen trots
op hun kleinkinderen
maar ook op hun dochters
"als ze mama worden."

ria - september 2007

Schrijven

Zet mij niet achter 'n bureau
om een gedicht te schrijven,
dan staan mijn letters haaks en
scheef en zien mijn vingers blauw.

Geef mij maar emmer en een zeem
of gieter in de hand,
zo ren ik door huis en tuin,
al dichtend heel galant.

Hoe meer ik met water spelen mag
hoe meer mij dat verblijdt
al spuitend plant en groen,
terwijl maar denkend-dichten
gewoonweg, simpel doen!

Na vele uren buiten,
in samenzang met de vogeltjes
die rond mijn oren fluiten,
verhuis ik naar mijn pc en
speel daar nog 'n uur of twee.

De woorden vloeien uit mijn pen,
die ik niet hanteer,
mijn vingers toveren
ze uit mijn brein,
waar ze zijn gestockeerd.

Zo zal wel ieder dichter hebben,
zijn klein geheim,
het mijne is heel simpel,
''buiten''
en daardoor gelukkig zijn.

17 april 07 - ria

De stille schreeuw...










Aanklacht

Ik sta op een kerkhof,
kruisjes, onnoemelijk veel.
De stilte is duisternis
en de duisternis is stilte.

Mijn ogen wennen …stilaan.
Duizenden, tien- honderdduizenden
miljoenen kruisjes, zegt men,
Ieder jaar komen er
twee en veertig miljoen kruisjes bij.

Twee en veertig miljoen
ongeboren kinderen, wereldwijd.
Twee en veertig miljoen mensen
die letterlijk uit het leven,
uit de schoot van hun moeder,
werden weggerukt.

Duisternis hangt niet alleen
over dit kerkhof,
maar over de hele wereld
die ziet, weet en zwijgt;
geglobaliseerde stilte.

De stilte over dit immense kerkhof
wordt verstoord
door een schreeuw.
Een stille schreeuw,
gezamenlijk, uit miljoenen
opengerukte en vernielde
kindermondjes.

“Heb erbarmen met ons.
ons slagveld is groter
oneindig veel groter
dan dat van alle oorlogen samen.”

“STOP DE
GROOTSTE OORLOG,
ALLER TIJDEN.”


klinkt het uit
miljoenen dode mondjes,
een stille schreeuw.
De grootste aanklacht
voor deze eeuw

"WIR HABEN ES NICHT GEWUSST"

ria - oktober 2007.

Weer bijzonder actueel
door de beslissing van Obama
om opnieuw subsidie te geven
aan abortus-centra
in het buitenland - dwz
in derde-wereld landen.

Beloofde hij geen vrede?
Maar op het ongeboren kind
is de jacht opnieuw geopend!
ria - 25.01.09

Dromen en Verlangens














Het is een komen en gaan
een gaan en komen,
van verlangens
en van stille dromen,
de herfst met zijn bruin-geel gelaat
en een vriendelijk
vrouwke dat uit
haar venster staart.

Ginds ziet ze zichzelf
nog spelen,
langs de akkers
en in de bosgroene dreven,
met broers en met zussen
een bonte bende op rij,
diep in haar hart
een zucht, ook een traan,
die tijd is voorbij.

Als enige en laatste staart
zij in de verte,
geen broers meer, geen zussen,
geen kinderen, geen man.
Toch glimlacht zij even,
als zij denkt
aan haar lange leven.

Niet altijd rozen zonder doornen,
soms boze woorden
die ze niet zo graag hoorde.
ze deelde haar leven,
bracht zon waar zij ging,
haar huisje, dat hutje
aan de rand van de hei,
dat was een warm nestje
daar voelde zij zich vrij.

De vogels vertrokken
naar zonniger oorden,
spoedig zal men
over het stille gehucht
de doodsklokken horen.
Ze maakt zich geen zorgen,
voelt zich blij en geborgen,
weldra begint haar laatste reis.

Haar hart, zoals altijd
geduldig en warm
zal langzaam aan stoppen
en haar ziel, licht en helder
die vliegt als de vogels
naar een ver Paradijs.

Tot weerzien!
ria - september 2007

De stille voutekamer













In de stille voutekamer
alléén met haar gedachten.
Haar oudste dochter,
voorovergebogen,
door slaap overmand.

Ze kijkt door het raam
speurt naar enig teken
van leven, maar buiten
blijft alles stil, ongewoon stil;
zelfs geen koe die loeit,
geen hond die blaft.

Is ze wakker, droomt ze?
Heeft ze geslapen, hoelang?
Waarom zit haar dochter
bij haar bed?
Ze kucht, ze zucht,
de stilte wordt gestoord.

Een vage ochtendzon
streelt de contouren
van haar bed,
het bruidsbed, waarin
al haar kinderen
in liefde, werden verwekt.

Hoe lang geleden?
Lang, heel lang,
méér dan zeventig jaar.
Van de negen, bleven
er zeven in leven.
Waarom toch haar dochter
hier aan haar bed?

Samen, hoe lang
waren zij samen? Jan,
haar lieve man
en zij zijn jonge, mooie bruid?
Ze strekt haar handen
en kijkt verschrikt
naar hun rimpelige huid.

Stil, zo stil, is het
om haar heen.
Waar zijn de kinders,
ze ziet er geen.
Spelen ze buiten in de wei?
Geen lach, zelfs
geen kindergeschrei.

De voutekamer
baadt nu in het licht
“dag Jan, dag lieve Jan.
Kom je mij dan
eindelijk halen?
Zolang heb ik op jou gewacht,
zovele dagen, maanden, jaren.
En die stilte Jan, indringend,
soms niet te verdragen.

Ze strekt haar handen,
geen rimpels meer.
Ze hoort muziek,
geen stilte meer
Aan Jan’s arm, jong en sterk
verlaten zij samen
de bruiloftskerk.

ria - 20.11.07

dit versje werd geschreven
naar aanleiding van een
opdracht om over
"stilte" te schrijven.

Een herfstdag in het bos














Er wordt gewandeld, gefietst, gerend,
het is of de zomer zijn einde niet kent.
Beekjes frazelen en murmelen maar,
spreken ze kabouter- of herfsttaal?

Eiken, beuken, majestatisch groot,
kijken vol verwondering
naar al dat gewemel, daar beneden
Stilaan verliezen zij hun bladeren
en geven zij zich bloot.

Ze strekken hun wortels,
als lange tenen,
daar valt och arme, een peuter
hij moet even wenen.

Mama troost met een lief gebaar,
zij vertelt over
elfjes en kabouters,
Je ziet ze niet,
maar ze zijn er wel, heus waar.

We fietsen door de dreven,
kruinen in vol ornaat,
van oranje, geel en rood,
je komt ze overal tegen.

De lage herfstzon knijpt
met regelmaat een oogje toe,
gefilterd tussen takken en twijgen
zonlicht heel diffuus,
en schaduwen, daarover wil ik zwijgen

Soms helder, dan weer matig,
schijnt ze opeens te fel
dan knijp ik snel
mijn ogen even toe.

Rij ik daar als een blinde mol,
over hobbelende wortels
en paadjes, o zo smal,
tot ik plots moet remmen
en bijna van mijn
stalen paardje val.

We nemen een wijde bocht,
de zon nu in de rug,
zo vangen wij de terugweg aan,
maar dit verhaal is nog niet gedaan.

Een resumée:
Nordic walking, kinderwagens,
Mountan bikes, fietsen allerlei,
Blote ruggen, zomerse décoltés
Kinderen die hinkelen en springen
Honden aan de leiband,
één hond in de beek.
Stokken werpen,
snorren draaien,
wafels eten, pootje baden.

Ronkende machines in het bos,
verwijderen ongewenste exoten.
Neen geen mensen,
alleen maar bomen, zoals de vogelkers,
en andere ongewensten.

Die hebben het verknoeid
overwoekeren het bos.
Vlaanderen wil inheemse bomen,
en Vlaams grasgroen mos.

Ligt daar op zijn zij,
een mooie Ginkgo Biloba,
die groeien o zo traag,
wat had die boom
in Gods naam toch misdaan?

Er ligt een blauwe deken
over zijn prille lijf,
de wortels steken er nog onderuit,
en op mijn vraag, " ja Mevrouw,
die boom die groeide krom,
die moest eruit."

Toen ben ik op de loop gegaan,
mijn rug gebogen en wat krom,
“Zie dat die man,
mij ook voor een boom aanziet!”
Dat bruut geweld op die mooie boom
vergeet ik van mijn leven niet.

Ria
07.10.07